Toen ik nog jong was,
zat met enige regelmaat buurvrouw Marie bij ons thuis onder de tafel.
Waren wij als kinderen daar eerst nog wat door geschrokken, het
wende.
Het was natuurlijk niet
goed, een huilende buurvrouw die krampachtig de tafelpoot vasthield,
maar ach, het leven is niet perfect en na een crisis ging het leven
weer gewoon door.
Buurvrouw Marie was
oud, dementerend en woonde bij haar zoon en kleinkinderen in huis.
Uiteindelijk belandde ze in een verpleeghuis waar ze al gauw het
tijdelijke met het eeuwige mocht wisselen.
En dan hadden we ook
nog Frans. Frans was behoorlijk geestelijk gehandicapt maar woonde
gewoon thuis. Zijn ouders hielden hartstikke veel van die jongen. En
eigenlijk hield iedereen wel van Frans, vraag niet waarom. Sommige
mensen maken zachte gevoelens in anderen wakker. Frans was zo iemand.
Buurvrouw Marie en
Frans woonden zo lang mogelijk thuis. Liepen gewoon rond in het dorp.
En dat kon prima. Frans en Marie waren namelijk een beetje van ons
allemaal. Bij toerbeurt werd er op hen gepast en als het even niet
ging, werd er door de buurt ingegrepen. En zo konden Frans en Marie
lang, en misschien wel gelukkig thuis blijven wonen.
We hebben het over de
jaren 70. De meeste moeders waren thuis en er waren maar weinig
mensen die als een kip zonder kop meer dan 60 uren in de week van
huis waren in verband met werk. Na de jaren 70 moesten de Fransen en
Maries worden opgeborgen in tehuizen. Dat was zoveel beter. En
iedereen moest aan het werk, werk, werk...
Helaas is er inmiddels
niet meer genoeg geld voor de opvang van de Fransen en Maries onder
ons. In het kader van de bezuinigingen moeten we het als burgers weer
allemaal zelf gaan doen. Het mooie is dat dat ook nog goed voor ons
schijnt te zijn want door al dat werken van ons zijn we niet alleen
Frans en Marie kwijtgeraakt maar ook onszelf en de buurt.
Nergens voelen mensen
zich zo eenzaam als in Nederland. Mensen hebben het gevoel permanent
in de stress te zitten of door de zwaarte van het werk, of door het
niet hebben van werk.
En juist nu raken Frans
en Marie op ons aangewezen.
Wie weet, wordt het een
win-win situatie.
De crisis is niet erg
als we er maar iets van leren waardoor we meer mens worden.
Natuurlijk, het is niet
eenvoudig. Het barst van de vrijwilligersklussen en het is de vraag
wie die allemaal moeten oppakken. De theorie is dat er zat
vrijwilligers zijn te vinden voor Frans en Marie, zat vrijwilligers
voor hulp bij schulden of begeleiding van ex-gedetineerden. Het is
alleen maar de vraag of dat zo is. De overheid rekent zich rijk aan
vrijwilligerskapitaal en het is niet te hopen dat Frans en Marie
straks er de dupe van zullen worden op het moment dat er helemaal
geen vrijwilligers blijken te zijn om hen te helpen.
Op dit moment werken er
in Hoogeveen maar liefst 12.000 vrijwilligers. Prachtig. Maar er
moeten nog meer mensen bij komen om alle taken die de overheid zo
fijn bij de gemeente dumpt tot een goed einde te brengen. Ik wil dan
ook voorstellen dat iedereen in Hoogeveen zich minimaal 2 uren per
week beschikbaar stelt als vrijwilliger, ja, ook de heer Bargeman.
Hij mag zo aan de slag als vrijwillige thuishulp. Dat komt vast
helemaal goed.
Want van
vrijwilligerswerk word je mens. Ook een wethouder, een burgemeester
en een bankdirecteur ontsnappen door vrijwilligerswerk aan hun
dagelijkse sleur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten