Lieve
lezers en lezeressen, tot u spreekt de burgemeesteres van Marginalia.
Niet
gehinderd door welke knellende ambtsketenen dan ook, durft zij te
zeggen wat er volgens haar te zeggen valt.
Met
afschuw wordt Margien vervuld wanneer ze terug denkt aan het jaar
2013.
Een
jaar waarin, zonder dat u het doorhad veel van uw rechten zijn
beperkt.
Een
jaar waarin we als Nederlanders meer zijn afgeluisterd dan ooit te
voren.
Een
jaar waarin op vrijwel iedere snelweg camera's zijn aangebracht om u
te volgen.
Een
jaar waarin uitkeringsgerechtigden zo ontiegelijk voor Untermenschen
werden uitgemaakt dat iedereen die nog geen Untermensch is al
ja-knikkende tegen de baas, gaat werken tot hij erbij neervalt.
Rechtenloos.
Een
jaar waarin werkelijk iedere week wel een verhaal viel te lezen over
corrupte zorgmanagers, corrupte bankmanagers, foute politici
enzovoort. Het hield niet op. Het was om te janken. Berlusconi en
vrienden zijn in Nederland zo geïntegreerd.
Een
jaar waarin de PvdA zich radicaal bekeerd lijkt te hebben tot het
neoliberalisme.
Een
jaar waarin de VVD niks meer met het liberalisme te maken leek te
willen hebben maar wel alles met repressie en bevoorrechten van grote
ondernemingen.
Een
jaar waarin huizen niks meer waard leken, maar volgend jaar wordt het
nog minder.
Een
jaar waarin veel mensen te maken kregen met zorgen om hun werk en
verdriet omdat ze dat werk verloren en alle sores die daarbij hoort.
Een
jaar waarin jongeren nauwelijks kans hadden op een baan en
noodgedwongen tot hun 27ste door moesten studeren.
Een
jaar van pure ellende.
Een
jaar van ontmenselijking.
Alles
van waarde was weerloos.
Ieder
voor zich en niemand meer voor ons allen.
Maar
uiteindelijk wel een jaar van hoop.
Want
veel ranziger dan 2013 kan het niet worden
Zo
was 2013 voor de burgemeesteres van Marginalia.
Hoe
anders is dat in Hoogeveen.
De
burgemeester van Hoogeveen lijkt bijna in een andere wereld te leven.
Of niet te willen zien in welke, door de overheid bepaalde, ruimte en
samenleving wij leven. Steekt hij zijn hoofd in het zand wanneer hij
de volgende oproep doet? „Wat mij betreft, en ik hoop ook wat ons
betreft, gaan we stoppen met doemdenken, cynisme, pessimistisch
gemopper (vooral op anderen of de samenleving in z’n geheel),
negativisme voert de boventoon".
Hij
gaat daarbij voorbij aan de reden waarom burgers de laatste tijd zo
wantrouwend zijn naar de macht die ons bestuurt. De macht die door
onszelf in het zadel is geholpen maar, maar zelden doet
wat ze beloofd heeft. Een overheid die vaker de belangen van banken,
verzekeraars en grote bedrijven lijkt te dienen dan de belangen van
de burger.
Nee,
het is geen wonder dat we aan het doemdenken zijn geslagen. Het is
een wonder dat er nog geen hordes optrekken naar Den Haag. Het is een
wonder dat er nog geen revolutie uit is gebroken in een land dat
vrijwel al haar vertrouwen in haar bestuurders heeft verloren.
En
natuurlijk, we staan op een historisch kruispunt. Maar we staan op
een ander kruispunt dan dat waar de burgemeester het over heeft. We
staan niet alleen op een kruispunt met een afslag naar individualisme
of sociale verantwoordelijkheid. Op dit zelfde kruispunt zijn ook nog
twee andere afslagen: die van een integere democratie en die van een
totalitair bewind. En het is de grote vraag waar we met elkaar heen
willen gaan.
Wezenlijk
is het nogal simpel. Spreken de kiezers in maart zich uit voor niets
of voor Wilders en de zijnen dan geven ze het signaal af dat ze het
wel gehad hebben met de vaak ondoorzichtige, ondemocratische bijna
corrupte manier van besturen van de afgelopen jaren. Kan men in ons
land nog echt spreken van een veilige, open en vrije democratie? Het
is de vraag.
Natuurlijk,
democratie zal altijd verre van perfect zijn en niemand zal altijd
zijn/haar zin kunnen krijgen, maar iets meer dan nu moet kunnen. Het
moet beter. Het kan beter. Als we dat willen.
En
dat kan alleen beter worden wanneer de partijen voor de komende
verkiezingen in maart goede mensen op de kieslijst zetten. Mensen met
minimaal een HBO-opleiding zodat we mogen verwachten dat ze zich de
vaak moeilijke ambtelijke stukken ook eigen kunnen maken.
Mensen
die stuk voor stuk integer zijn en dat vermoedelijk ook zullen
blijven. Mensen zonder al te warme connecties met het bedrijfsleven
maar met twee stevige voeten in de samenleving. Hoogeveners, namens
ons.
Alleen
zij zullen in staat zijn in goed overleg op een verantwoorde manier
de puinhopen op te ruimen die de afgelopen kabinetten hebben
veroorzaakt.
Ons
land schreeuwt om krachtige, kritische denkers en doeners als Frits Kappers, om
dr. Koppe en Anton Pekel, de laatste twee zijn helaas geen Hoogevener
van het Jaar geworden maar om dit soort mensen gaat het. Mensen die
de confrontatie aan durven te gaan. Opbouwers in plaats van
afbrekers.
Misschien
moeten we dit jaar maar allemaal Hoogeveners van het jaar worden.
Het
is genoeg geweest.
Het
is aan onszelf om op de puinhopen van onze samenleving er weer van te
maken wat we ervan maken moeten:
Een
open en veilige samenleving waarin plaats is voor iedereen, oud en
jong, sterk en zwak.
Een
samenleving waarin samen wordt geleefd in het volle besef dat je
misschien vandaag sterk en jong bent met een goede baan een huis en
alles wat gelukkig maakt, maar dat het morgen allemaal anders kan
zijn en het dan goed is dat er een vangnet van begripvolle mensen is.
Hoogeveners
dat zijn we zelf.
Dat
kunnen we ook, voor elkaar zorgen zit mensen in het bloed en we
moeten opeisen dat we daar weer tijd en ruimte voor krijgen.
Het gaat
niet meer om ik, het gaat weer om wij. Op het pad van het zuivere individualisme sta je er uiteindelijk helemaal zelf voor. Het is een pad waarop je geen hond meer tegen komt.
We maken weer een echte samenleving waar je
mens mag zijn.
Mens zijn
is iets bijzonders en dat mogen we op dit historische kruispunt niet
van onszelf laten afnemen.
Mens zijn
is het enige wat we echt kunnen ook al zijn we niet perfect.
Met
Mandela kunnen we het volgende zeggen:
“Onze
grootste angst is niet dat we onvolmaakt zijn.
Onze
angst is dat we mateloos krachtig zijn.
Het
is ons licht,
Niet
onze schaduw
Die
ons het meest beangstigt.
We
vragen onszelf
Wie
ben ik om briljant te zijn, prachtig
talentvol
en fantastisch?
Maar
wie ben jij om dat niet te zijn?”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten