zaterdag 18 januari 2014

Nevelen om de Hoogevener van het Jaar


Hoogevener van het Jaar. Margien zou het graag willen zijn maar maakt geen enkele kans.
De criteria zijn namelijk als volgt: de kandidaat of organisatie heeft op een positieve manier de aandacht op Hoogeveen gevestigd woont in of is afkomstig uit de gemeente Hoogeveen, heeft een goede reputatie en is net een beetje anders. Het gaat om een uitblinker in het afgelopen jaar. Een ongeschreven subcriterium lijkt wel te zijn dat de Hoogevener van het Jaar een man moet zijn. Blijkbaar gunnen vrouwen het mannen om Hoogevener van het jaar te worden maar ligt het andersom wat moeilijk. Of zijn er geen vrouwelijke kanjers?

Tja, en wat is dat he, positieve aandacht op Hoogeveen vestigen? Doe je dat wanneer je je het vuur uit de sloffen rent tegen de sluiting van het ziekenhuis of gevangenis of voor windmolens langs de A37 of is een kritische levenshouding juist negatief? En wat is dat: een beetje anders zijn? Zal een kinky homorechtenstrijder ooit in Hoogeveen worden verkozen? Of, spannender nog: een moslima?

Ondanks de pr leeft de verkiezing van Hoogevener van het Jaar nauwelijks bij Hoogeveners.
Vorig jaar kreeg de verkiezing voor het eerst wat meer aandacht. Frits Kappers werd als Hoogevener van het jaar 2012 gekozen met, jawel, hou uw hart vast.... 175 hele stemmen. Nog nooit is iemand zo overdonderend genomineerd. Het was zelfs zo overdonderend dat de jury hier niet om heen kon.
Dit jaar hebben er maar liefst 80 mensen hun stem uitgebracht en zij nomineerden 15 kandidaten. Kijk, dan hebben we het ergens over. 80 van de 50.000 dat zegt wel wat, of niet dan?

Nadat er genomineerd is, buigt een groepje wijze mannen onder leiding van Jan Hendrikse zich over de nominaties. De juryleden hebben een onbeperkte zittingsduur en vervanging van een jurylid geschiedt op voordracht van andere leden. Iets van ons kent ons. Prima geregeld dus.
Per jaar zijn er maar liefst 6, 7 rondes nodig om de juiste kandidaat eruit te selecteren. Heel ingewikkeld allemaal.
En nee, mocht u denken dat een kandidaat met bijvoorbeeld 100 stemmen automatisch hoog op de ranglijst komt, dan heeft u dat helemaal fout. Volgens de heer Van 't Hooge, in het programma Potten en Pannen op Radio Hoogeveen, trekt de jury zich niks aan van het aantal stemmen op een kandidaat, behalve, vermoedelijk, bij de heer Kappers.
Alles draait om de criteria waaraan de kandidaat moet voldoen, ook al zijn die criteria boterzacht.
Wezenlijk kan dus een kandidaat die door slechts 1 persoon is voorgedragen Hoogevener van het Jaar worden. Het is maar dat u het weet. En wij maar denken dat hoe vaker we iemand voordragen, des te meer kans de kandidaat maakt. Nee, Hoogeveners bepalen weinig. Dat doet de jury wel voor hen. Het nomineren is een soort schijninspraak. Willen we dat?

Het schijnt dat de Hoogevener van het Jaar ook nog van onbesproken gedrag hoort te zijn. Dit schijnt in de statuten van “De Hoogevener van het Jaar” te staan maar Margien heeft die statuten nergens kunnen vinden. Wie weet welke interessante dingen er allemaal wel niet in die statuten staan. Staat er bijvoorbeeld ook hoe dat onbesproken gedrag getoetst wordt en is dat dan ook strijdig met het recht op privacy? Nou ja, openheid is zeg maar helemaal het ding van de jury.

De verkiezing van Hoogevener van het Jaar is 25 jaar geleden opgestart door de horeca. Tijdens het Oliebollenbal vond de verkiezing plaats. Op een gegeven moment kwam de klad er wat in en nam de gemeente Hoogeveen het initiatief over.
Voor hoeveel euro de Hoogevener op de begroting staat is niet te vinden. Wellicht is het ergens onder een marketingpost weggezet, wie zal het zeggen. Margien vreest het ergste en hoopt maar niet dat ook nog een ondersteunende ambtenaar betrokken is bij de jury. Mocht dat het geval zijn dan hangt er een behoorlijk prijskaartje aan deze verkiezing. Een verkiezing die door de hardwerkende Hoogevener betaald wordt en nog minder draagvlak heeft dan het Oestergala.

Niet dat Margien iets tegen excelleren heeft. Helemaal niet. Maar Margien heeft iets tegen ondoorzichtige procedures en het totale gebrek aan openheid. Dat moet beter. Zo niet dan benoemt Margien met liefde alle goedwillende Hoogeveners tot Hoogevener van het jaar.



woensdag 8 januari 2014

Nieuwjaarsrede


Lieve lezers en lezeressen, tot u spreekt de burgemeesteres van Marginalia.
Niet gehinderd door welke knellende ambtsketenen dan ook, durft zij te zeggen wat er volgens haar te zeggen valt.

Met afschuw wordt Margien vervuld wanneer ze terug denkt aan het jaar 2013.
Een jaar waarin, zonder dat u het doorhad veel van uw rechten zijn beperkt.
Een jaar waarin we als Nederlanders meer zijn afgeluisterd dan ooit te voren.
Een jaar waarin op vrijwel iedere snelweg camera's zijn aangebracht om u te volgen.
Een jaar waarin uitkeringsgerechtigden zo ontiegelijk voor Untermenschen werden uitgemaakt dat iedereen die nog geen Untermensch is al ja-knikkende tegen de baas, gaat werken tot hij erbij neervalt. Rechtenloos.
Een jaar waarin werkelijk iedere week wel een verhaal viel te lezen over corrupte zorgmanagers, corrupte bankmanagers, foute politici enzovoort. Het hield niet op. Het was om te janken. Berlusconi en vrienden zijn in Nederland zo geïntegreerd.
Een jaar waarin de PvdA zich radicaal bekeerd lijkt te hebben tot het neoliberalisme.
Een jaar waarin de VVD niks meer met het liberalisme te maken leek te willen hebben maar wel alles met repressie en bevoorrechten van grote ondernemingen.
Een jaar waarin huizen niks meer waard leken, maar volgend jaar wordt het nog minder.
Een jaar waarin veel mensen te maken kregen met zorgen om hun werk en verdriet omdat ze dat werk verloren en alle sores die daarbij hoort.
Een jaar waarin jongeren nauwelijks kans hadden op een baan en noodgedwongen tot hun 27ste door moesten studeren.
Een jaar van pure ellende.
Een jaar van ontmenselijking.
Alles van waarde was weerloos.
Ieder voor zich en niemand meer voor ons allen.
Maar uiteindelijk wel een jaar van hoop.
Want veel ranziger dan 2013 kan het niet worden
Zo was 2013 voor de burgemeesteres van Marginalia.

Hoe anders is dat in Hoogeveen.
De burgemeester van Hoogeveen lijkt bijna in een andere wereld te leven. Of niet te willen zien in welke, door de overheid bepaalde, ruimte en samenleving wij leven. Steekt hij zijn hoofd in het zand wanneer hij de volgende oproep doet? „Wat mij betreft, en ik hoop ook wat ons betreft, gaan we stoppen met doemdenken, cynisme, pessimistisch gemopper (vooral op anderen of de samenleving in z’n geheel), negativisme voert de boventoon".
Hij gaat daarbij voorbij aan de reden waarom burgers de laatste tijd zo wantrouwend zijn naar de macht die ons bestuurt. De macht die door onszelf in het zadel is geholpen maar, maar zelden doet wat ze beloofd heeft. Een overheid die vaker de belangen van banken, verzekeraars en grote bedrijven lijkt te dienen dan de belangen van de burger.
Nee, het is geen wonder dat we aan het doemdenken zijn geslagen. Het is een wonder dat er nog geen hordes optrekken naar Den Haag. Het is een wonder dat er nog geen revolutie uit is gebroken in een land dat vrijwel al haar vertrouwen in haar bestuurders heeft verloren.

En natuurlijk, we staan op een historisch kruispunt. Maar we staan op een ander kruispunt dan dat waar de burgemeester het over heeft. We staan niet alleen op een kruispunt met een afslag naar individualisme of sociale verantwoordelijkheid. Op dit zelfde kruispunt zijn ook nog twee andere afslagen: die van een integere democratie en die van een totalitair bewind. En het is de grote vraag waar we met elkaar heen willen gaan.

Wezenlijk is het nogal simpel. Spreken de kiezers in maart zich uit voor niets of voor Wilders en de zijnen dan geven ze het signaal af dat ze het wel gehad hebben met de vaak ondoorzichtige, ondemocratische bijna corrupte manier van besturen van de afgelopen jaren. Kan men in ons land nog echt spreken van een veilige, open en vrije democratie? Het is de vraag.

Natuurlijk, democratie zal altijd verre van perfect zijn en niemand zal altijd zijn/haar zin kunnen krijgen, maar iets meer dan nu moet kunnen. Het moet beter. Het kan beter. Als we dat willen.

En dat kan alleen beter worden wanneer de partijen voor de komende verkiezingen in maart goede mensen op de kieslijst zetten. Mensen met minimaal een HBO-opleiding zodat we mogen verwachten dat ze zich de vaak moeilijke ambtelijke stukken ook eigen kunnen maken.
Mensen die stuk voor stuk integer zijn en dat vermoedelijk ook zullen blijven. Mensen zonder al te warme connecties met het bedrijfsleven maar met twee stevige voeten in de samenleving. Hoogeveners, namens ons.
Alleen zij zullen in staat zijn in goed overleg op een verantwoorde manier de puinhopen op te ruimen die de afgelopen kabinetten hebben veroorzaakt.

Ons land schreeuwt om krachtige, kritische denkers en doeners als Frits Kappers, om dr. Koppe en Anton Pekel, de laatste twee zijn helaas geen Hoogevener van het Jaar geworden maar om dit soort mensen gaat het. Mensen die de confrontatie aan durven te gaan. Opbouwers in plaats van afbrekers.

Misschien moeten we dit jaar maar allemaal Hoogeveners van het jaar worden.
Het is genoeg geweest.
Het is aan onszelf om op de puinhopen van onze samenleving er weer van te maken wat we ervan maken moeten:
Een open en veilige samenleving waarin plaats is voor iedereen, oud en jong, sterk en zwak.
Een samenleving waarin samen wordt geleefd in het volle besef dat je misschien vandaag sterk en jong bent met een goede baan een huis en alles wat gelukkig maakt, maar dat het morgen allemaal anders kan zijn en het dan goed is dat er een vangnet van begripvolle mensen is.
Hoogeveners dat zijn we zelf.
Dat kunnen we ook, voor elkaar zorgen zit mensen in het bloed en we moeten opeisen dat we daar weer tijd en ruimte voor krijgen. 
Het gaat niet meer om ik, het gaat weer om wij. Op het pad van het zuivere individualisme sta je er uiteindelijk helemaal zelf voor. Het is een pad waarop je geen hond meer tegen komt.
We maken weer een echte samenleving waar je mens mag zijn.
Mens zijn is iets bijzonders en dat mogen we op dit historische kruispunt niet van onszelf laten afnemen.
Mens zijn is het enige wat we echt kunnen ook al zijn we niet perfect.
Met Mandela kunnen we het volgende zeggen:
Onze grootste angst is niet dat we onvolmaakt zijn.
Onze angst is dat we mateloos krachtig zijn.

Het is ons licht,
Niet onze schaduw
Die ons het meest beangstigt.

We vragen onszelf
Wie ben ik om briljant te zijn, prachtig
talentvol en fantastisch?
Maar wie ben jij om dat niet te zijn?”